Wist u dat uw browser verouderd is?

Om de best mogelijke gebruikerservaring van onze website te krijgen raden wij u aan om uw browser te upgraden naar een nieuwere versie of een andere browser. Klik op de upgrade button om naar de download pagina te gaan.

Upgrade hier uw browser
Ga verder op eigen risico

Wel cognitieve klachten en geen objectieve beperkingen: moet je daar wat aan doen?

drs. Jan D. Verhoeven 3 minuten lezen

Bij de meeste mensen die klagen over geheugenproblemen en concentratiestoornissen, is er geen sprake van cognitieve beperkingen die met onderzoek kunnen worden bevestigd. Het is ook erg opvallend dat mensen met ernstige cognitieve beperkingen door een cerebrale stoornis in veel gevallen geen cognitieve klachten melden. De correlatie tussen cognitieve klachten en objectiveerbare cognitieve beperkingen is dan ook uitermate zwak.

Korsakoff patiënten rapporteren niet meer cognitieve klachten dan gezonde mensen

Walvoort e.a. hebben onderzocht welk effect overmatig alcoholgebruik heeft op het inzicht in de eigen cognitieve prestaties. In dit onderzoek is een vergelijking gemaakt tussen Korsakoff patiënten met ernstige cognitieve stoornissen en gezonde proefpersonen. De opmerkelijke uitkomst was dat de Korsakoff patiënten niet meer cognitieve problemen rapporteerden dan de gezonde proefpersonen. Het ontkennen van de cognitieve problemen en sociaal wenselijk antwoorden is de verklaring daarvan. Met de opmerking: "Iedereen vergeet wel eens wat", stelt de Korsakoff patiënt vooral zichzelf gerust.

Gezonde ouderen onderschatten en mensen met een beperkte neurocognitieve stoornis overschatten hun prestaties

Recent verscheen een studie van Fragkiadaki e.a., waarin een vergelijking is gemaakt tussen de prestaties op neuropsychologische testen bij gezonde ouderen versus mensen met een beperkte neurocognitieve stoornis. Deze beperkte neurocognitieve stoornis, die zich kenmerkt door significant slechtere testprestaties, kan de voorbode zijn van dementie. Bij alle proefpersonen zijn neuropsychologische testen afgenomen en direct na het afronden van de testen werd de vraag voorgelegd, hoe de proefpersoon volgens eigen inschatting scoort in vergelijking tot leeftijdgenoten met hetzelfde opleidingsniveau. De proefpersonen met een geobjectiveerde beperkte neurocognitieve stoornis dachten op alle testen wat beter te hebben gescoord dan gezonde leeftijdsgenoten. Bij gezonde ouderen was de uitkomst gevarieerd. In hun perceptie scoorden zij op een aantal testen wat beter dan gemiddeld en op een groter deel van de testen wat slechter dan gemiddeld, in vergelijking tot gezonde leeftijdsgenoten. De conclusie was dat mensen met een beperkte neurocognitieve stoornis gemiddeld genomen hun prestaties overschatten en gezonde ouderen hun prestaties onderschatten.

Klachten en objectiveerbare beperkingen na de behandeling met chemo

Steeds meer mensen ondervinden de schadelijke bijwerkingen van een chemokuur. Cognitieve problemen worden meestal pas gerapporteerd in de fase van werkhervatting en staan werkhervatting in de weg. Ook hierbij maakt onderzoek duidelijk dat er geen correlatie is tussen de klachten en objectiveerbare beperkingen. O’Farrell e.a. hebben in een longitudinale studie 60 vrouwen gevolgd, met als beginmeting de cognitieve prestaties voorafgaand aan de behandeling met chemo. In dit onderzoek is bevestigd dat de behandeling met chemo op groepsniveau leidt tot slechtere cognitieve prestaties. Ook in dit onderzoek leidden slechtere cognitieve prestaties niet per definitie tot (een toename van) cognitieve klachten. Nadere analyse leidde tot de conclusie dat de afname in cognitieve prestaties de neurologische disfunctie reflecteert en dat de toename van cognitieve klachten wordt bepaald door persoonskenmerken en distress. Een resultaat, wat aansluit op de uitkomsten van ander onderzoek.

Klagen over cognitieve prestaties wordt vooral bepaald door persoonskenmerken

In meerdere studies is bevestigd dat cognitieve klachten in veruit de meeste gevallen niet indicatief zijn voor neurologische schade, maar positief gerelateerd zijn aan het persoonskenmerk negatief affect (NA). NA is een gemoedstoestand waarbij je sterk geneigd bent situaties en jezelf negatief te evalueren. NA en somberheid leiden tot een selectieve waarneming van geheugenmissers, ook al is er geen sprake van neurologische schade. Het is belangrijk dit serieus te nemen, aangezien langdurige functioneringsproblemen op de loer liggen. De tijd lost dit probleem namelijk niet op.

Uitdagen van het brein geeft vertrouwen in het cognitief functioneren

‘Use it or lose it’, gaat ook op voor het functioneren van het brein. Door in het dagelijks leven en in het werk met een goede opbouw in cognitief functioneren succeservaring op te doen, dring je de (waarneming van) cognitieve klachten terug. Dat is niet altijd toereikend. Dan kan een werkgeheugentraining er aan bijdragen dat mensen weer vertrouwen krijgen in hun cognitief functioneren.

Werkgeheugentraining moet worden ingebed in doelgericht programma

In sommige publicaties worden kritische kanttekeningen geplaatst bij de effectiviteit van een werkgeheugentraining. Deze kritiek heeft altijd betrekking op het feit dat betere prestaties na een werkgeheugentraining zich niet altijd vertalen in betere scores op neuropsychologische tests. Dat deelnemers na een cognitieve training wel melden dat zij meer vertrouwen hebben in hun cognitief functioneren, wordt beschouwd als een placebo effect.

Het juli nummer 2016 van International Journal Neuropsychological Rehabilitation is geheel gewijd aan effectstudies van Braintraining. Drie vooraanstaande Nederlandse hoogleraren neuropsychologie trekken in deze uitgave in hun redactioneel commentaar de volgende conclusie: ‘De mogelijkheid dat cognitieve versterking plausibel is, vormt een uitdaging’. Zij bevelen het volgende aan: ‘Onderzoek naar het effect moet zich op andere uitkomstmaten richten, het versterken van self-efficacy vormt in de begeleiding een uitdaging en de brein- ofwel werkgeheugentraining moet worden ingebed in een uitgebreider programma gericht op persoonlijke doelen’. Aanbevelingen die direct aansluiten op het gegeven dat het heel plausibel kan zijn dat cognitieve klachten de functioneringsproblemen bepalen, zonder dat er sprake is van cerebrale schade. Ook wanneer er sprake is van cerebrale schade, verdient het aanbeveling om door cognitieve versterking alles eruit te halen, wat er nog in zit. Een werkgeheugentraining bij Korsakoff patiënten ligt daarbij natuurlijk niet voor de hand, alleen al omdat je niet kunt rekenen op therapietrouw.

Tips voor de praktijk

  1. Een neuropsychologisch onderzoek wat goede testresultaten oplevert bij mensen met cognitieve klachten, is zinvol en biedt betrokkene inzicht in zijn goede prestaties
  2. Goede testprestaties bij een NPO wijzen er niet altijd op dat er niks aan de hand is, maar zijn vaak een indicatie dat een adequate begeleiding gunstig uitpakt.
  3. Wanneer behandeling of begeleiding zich niet vertaalt in betere testprestaties, wil dat niet zeggen dat er niks bereikt is.
  4. Bij het doorbreken van verzuim door cognitieve problemen, vormt het versterken van de zelf effectiviteit een belangrijk onderdeel.
Auteur
drs. Jan D. Verhoeven

Lees ook onze gerelateerde artikelen

Artikel

Brain fog – begeleiding is cruciaal

maart 2023 2-8 minuten lezen
drs. Jan D. Verhoeven
Lees meer
Artikel

Waarom verzuimen mensen met een burn-out of depressie zo lang?

maart 2023 1 minuut lezen
drs. Jan D. Verhoeven
Lees meer

Bronnen

Walvoort SJ, van der Heijden PT, Wester AJ, Kessels RP, Egger JI. Self-awareness of cognitive dysfunction: Self-reported complaints and cognitive performance in patients with alcohol-induced mild or major neurocognitive disorder. Psychiatry Res. 2016 Aug 4;245:291-296.

Fragkiadaki S, Kontaxopoulou D, Beratis IN, Andronas N, Economou A, Yannis G, Papanicolaou A, Papageorgiou SG. Self-awareness of cognitive efficiency: Differences between healthy elderly and patients with mild cognitive impairment (MCI). J Clin Exp Neuropsychol. 2016 Jul 10:1-14.

O’Farrell E, Smith A, Collins B. Objective-subjective disparity in cancer-related cognitive impairment: does the use of change measures help reconcile the difference? Psychooncology. 2016 Jun 9.

Mohn C, Rund BR. Neurocognitive profile in major depressive disorders: relationship to symptom level and subjective memory complaints. BMC Psychiatry. 2016 Apr 19;16:108.

Piras F, Piras F, Orfei MD, Caltagirone C, Spalletta G. Self-awareness in Mild Cognitive Impairment: Quantitative evidence from systematic review and meta-analysis. Neurosci Biobehav Rev. 2016 Feb;61:90-107.

van Heugten CM, Ponds RW, Kessels RP. Brain training: hype or hope? Neuropsychol Rehabil. 2016 Oct;26(5-6):639-44.