Wist u dat uw browser verouderd is?

Om de best mogelijke gebruikerservaring van onze website te krijgen raden wij u aan om uw browser te upgraden naar een nieuwere versie of een andere browser. Klik op de upgrade button om naar de download pagina te gaan.

Upgrade hier uw browser
Ga verder op eigen risico

Brain fog – begeleiding is cruciaal

drs. Jan D. Verhoeven 2-8 minuten lezen

Cognitieve klachten staan in de top-3 van negatieve gevolgen van een acute COVID-19 infectie. Dit blijkt uit een follow-up studie die in Nederland is uitgevoerd, waarbij patiënten over een periode van 12 maanden zijn gevolgd. Opmerkelijke uitkomst van deze studie is dat fysieke klachten en ademhalingsproblemen over deze periode geleidelijk verminderen, maar de cognitieve problemen nemen toe. Deze problemen - ook wel brain fog genoemd - zijn invaliderend. De tijd lost ze niet op, dus actie is gewenst.

Geen probleem volgens de testresultaten

Patiënten met brain fog rapporteren vooral concentratieproblemen, vergeetachtigheid, verminderde mentale snelheid en woordvindproblemen. Brain fog werd al veel eerder in verband gebracht met Fibromyalgie en het Chronisch Vermoeidheid Syndroom. Bij brain fog komen de gerapporteerde klachten vaak niet overeen met de bevindingen uit testonderzoek. De patiënt overschat dan de cognitieve problemen. Als daarvan sprake is, valt brain fog onder een Functionele Cognitieve Stoornis (FCS).

Functionele Cognitieve Stoornis (FCS)

De aanduiding FCS kan beladen klinken. Een diagnose voor een probleem wat niet bestaat. De cognitieve klachten zijn tenslotte niet te objectiveren via neuropsychologisch onderzoek. Een NPO richt zich vooral op het bevestigen of uitsluiten van een organische oorzaak van de cognitieve klachten. Zijn de testprestaties goed en zijn er geen aanwijzingen voor afwijkingen? Dat is fijn, maar de problemen van de patiënten zijn hier niet mee opgelost. En ook het verzuim niet. In kennisberoepen zijn cognitieve klachten de belangrijkste voorspeller en onderhoudende factor van ziekteverzuim. Het is dus belangrijk om deze omkeerbare beperkingen te duiden als een FCS. Want dan kun je gaan werken aan de oplossing. Met een gerichte aanpak is de prognose gunstig

Wanneer spreek je van een FCS?

Een FCS onderscheid zich duidelijk van hersenschade, zie hieronder:

FCS
Hersenschade
- Patiënt beschrijft problemen uitgebreid en gedetailleerd
- Patiënt beschrijft problemen beknopt
- Patiënt beantwoordt vragen zelfstandig
- Patiënt kijkt naar de ander voor beantwoording vragen
- Patiënt kan complexe vragen beantwoorden
- Patiënt beantwoordt alleen eenduidige vragen
- Patiënt is zich bewust van het probleem
- Anderen zijn zich vooral bewust van het probleem
- Patiënt kan de oorzaak van de problemen benoemen (bijv. ziekte of ongeval)
- Patiënt heeft moeite met precies aan te geven wanneer het begonnen is
- Patiënt benoemt klachten, die de gesprekspartner niet waarneemt
- De gesprekspartner ziet de klachten terug bij de patiënt (bijv. woordvindproblemen)
- Klachten komen niet overeen met testresultaten
- Klachten en testresultaten zijn consistent

Aanpak van een FCS

Als een FCS niet erkend wordt, raken patiënten steeds verder verstrikt in de vicieuze cirkel van het overdreven waarnemen van cognitieve missers en oplopende spanning. Hierdoor verliezen ze de controle over de cognitieve processen. Dan is begeleiding belangrijk. Psycho-educatie, demedicalisatie, stressreductie en geruststelling zijn daarbij cruciale onderdelen. Daarnaast moeten ze weer dagelijkse bezigheden oppakken, het brein uitdagen en trainen. Een eerste reactie hierop is meestal mentale moeheid. Dat hoeft geen slecht teken te zijn. Het betekent vaak dat ze goed bezig zijn met hun herstel!

Lijn

Verdieping met achtergrondinformatie

Metacognitie: Denken over het denken

Een goed cognitief functioneren vereist niet alleen een goede aansturing van de breinfuncties (‘top down’), maar ook een reële beoordeling van het cognitief functioneren (‘bottom up’). Deze processen worden aangeduid als metacognitie, wat zich afspeelt op meta-niveau in het brein. Meta-niveau controleert/beheerst object-niveau en monitort dit functioneren

Meta-niveau - Object-niveau

Alzheimer

Een voorbeeld waarbij het op beide niveaus fout gaat, is de ziekte van Alzheimer. Op objectniveau worden veel cognitieve missers gemaakt, maar de patiënt merkt dit op meta-niveau niet op. Dit noemen we anosognosie: patiënten met een hersenaandoening zijn zich niet bewust van hun achteruitgang. Het gaat hierbij mis bij het monitoren, waardoor er een gebrek is aan ziekte-inzicht. Daarbij ontbreekt het patiënten aan de controle en het vermogen om de cognitieve processen goed aan te sturen.

Waar zijn mijn autosleutels?

Bij een FCS zit het probleem niet zozeer op object-niveau, maar speelt het zich af op meta-niveau. Voorbeeld daarvan is dat veelvoorkomende dagelijks cognitieve missers als afwijkend worden beschouwd. Een toenemende aandacht voor deze missers (selectieve monitoring) is het gevolg. ‘Ik vergeet altijd waar ik de autosleutels heb neergelegd’. Bij thuiskomen zijn de autosleutels waarschijnlijk op een willekeurige plek terecht gekomen, zonder dat op meta-niveau het brein (op object-niveau) werd geactiveerd om dit te onthouden. Betrokkene kan dit duiden als een teken van vergeetachtigheid (monitoring). Echter, wanneer informatie niet (actief) is opgeslagen, kun je moeilijk spreken van vergeten.

Overschatting woordvindproblemen

Patiënten met een FCS geven bijvoorbeeld aan dat ze moeilijk op woorden kunnen komen. Wanneer je vervolgens in gesprek bent met deze patiënten, merk je niks van deze woordvindproblemen. Toch zal die selectieve waarneming van cognitieve missers de patiënten met een FCS op meta-niveau negatief beïnvloeden. Het vertrouwen in hun cognitieve capaciteiten daalt, waardoor de aandacht voor missers nog groter wordt en onzekerheid toeneemt.

Onderzoek naar metacognitie bij COVID-19

Informatie over de neurologische gevolgen zorgt voor verhoging cognitieve klachten

Patiënten na een acute COVID-19 infectie en gezonde proefpersonen werden beiden in twee groepen verdeeld. Twee groepen (na COVID-19 en gezonden) kregen een artikel te lezen over de neurologische gevolgen die COVID-19 kan hebben. De andere twee groepen (na COVID-19 en gezonden) kregen een artikel met neutrale informatie, namelijk de vereiste periode van isolatie na COVID-19. Vervolgens moesten alle deelnemers de Cognitive Failure Questionnaire invullen, de meest gebruikte vragenlijst om cognitieve klachten te inventariseren. Het resultaat was dat de deelnemers uit de groep die een COVID-19 infectie doormaakten en tevens geïnformeerd waren over de neurologische gevolgen van COVID-19, significant meer cognitieve klachten rapporteerden. De groep die een COVID-19 infectie doormaakten en neutrale informatie kregen, scoorden op gelijk niveau als gezonden.

Neurologische gevolgen / neutrale gevolgen

Beeldvorming maakt cognitieve klachten na COVID-19 zichtbaar

Door alle cognitieve problemen na een acute COVID-19 infectie tot een FCS te rekenen, is het plaatje niet compleet. Er wordt ook een rol toegeschreven aan de neuro-inflammatoire respons (ontstekingsreactie) in het brein. In een zeer recent prospectief onderzoek van Paolini bracht een DTI-hersenscan veranderingen in de wittestofbanen aan het licht bij personen met cognitieve problemen na een acute COVID-19 infectie. Deze personen hadden ook significant vaker depressieve klachten. Cognitieve problemen bij een depressie worden ook in verband gebracht met wittestofafwijkingen. Daarnaast liet fMRI bij deze personen een verandering in de functionele activiteit en connectiviteit in het brein zien. Volgens de onderzoekers is die verandering indicatief voor problemen met de metacognitie. Ofwel, dit vormt een sterke indicatie voor een mismatch tussen de aansturing en monitoring van de cognitieve functies.

Conclusie

Bij cognitieve problemen na een COVID-infectie past een aanpak op maat, net zoals bij veel andere aandoeningen. Psycho-educatie, demedicalisatie, stressreductie en geruststelling zijn hierbij cruciale onderdelen. Regelmatige lichamelijke activiteit verbetert de witte stof microstructuur, waarvan is aangetoond dat dit een drempel opwerpt tegen leeftijd gerelateerd cognitief verval. Daarnaast is het belangrijk om dagelijkse bezigheden op te pakken en het brein uit te dagen en te trainen. Een cognitieve training zorgt voor functionele verbeteringen in het brein.

Auteur
drs. Jan D. Verhoeven

Lees ook onze gerelateerde artikelen

Video

Onze aanpak bij problemen na Covid-19

november 2021
Lees meer
Artikel

Ruiken en concentreren na COVID-19, ook dat kun je trainen!

november 2020 3-4 minuten lezen
drs. Jan D. Verhoeven
Lees meer
Artikel

Wel cognitieve klachten en geen objectieve beperkingen: moet je daar wat aan doen?

oktober 2016 3 minuten lezen
drs. Jan D. Verhoeven
Lees meer

Literatuur

Bek LM, Berentschot JC, Heijenbrok-Kal MH, et al. Symptoms persisting after hospitalisation for COVID-19: 12 months interim results of the CO-FLOW study. ERJ Open Res. 2022;8(4):00355-2022. Published 2022 Oct 24. doi:10.1183/23120541.00355-2022

Teodoro T, Edwards MJ, Isaacs JD. A unifying theory for cognitive abnormalities in functional neurological disorders, fibromyalgia and chronic fatigue syndrome: systematic review. J Neurol Neurosurg Psychiatry. 2018;89(12):1308-1319. Doi:10.1136/jnnp-2017-317823

Larner AJ. Functional Cognitive Disorders (FCD): How Is Metacognition Involved?. Brain Sci. 2021;11(8):1082. Published 2021 Aug 18. doi:10.3390/brainsci11081082

Winter D, Braw Y. COVID-19: Impact of diagnosis threat and suggestibility on subjective cognitive complaints. Int J Clin Health Psychol. 2022;22(1):100253. doi:10.1016/j.ijchp.2021.100253

McWhirter L, Ritchie C, Stone J, Carson A. Identifying functional cognitive disorder: a proposed diagnostic risk model. CNS Spectr. 2022;27(6):754-763. Doi:10.1017/S1092852921000845

Krishnan K, Lin Y, Prewitt KM, Potter DA. Multidisciplinary Approach to Brain Fog and Related Persisting Symptoms Post COVID-19. J Health Serv Psychol. 2022;48(1):31-38. doi:10.1007/s42843-022-00056-7

Paolini M, Palladini M, Mazza MG, et al. Brain correlates of subjective cognitive complaints in COVID-19 survivors: A multimodal magnetic resonance imaging study [published online ahead of print, 2022 Dec 12]. Eur Neuropsychopharmacol. 2022;68:1-10. doi:10.1016/j.euroneuro.2022.12.002

Chen FT, Soya H, Yassa MA, et al. Effects of exercise types on white matter microstructure in late midlife adults: Preliminary results from a diffusion tensor imaging study. Front Aging Neurosci. 2022;14:943992. Published 2022 Nov 18. doi:10.3389/fnagi.2022.943992.

Thompson TW, Waskom ML, Gabrieli JD. Intensive Working Memory Training Produces Functional Changes in Large-scale Frontoparietal Networks. J Cogn Neurosci. 2016;28(4):575-588. doi:10.1162/jocn_a_00916

Onze cliënten aan het woord

Benieuwd naar wat onze cliënten zeggen over onze begeleiding?