Het biopsychosociale model - dus het zit tussen de oren?
Het biopsychosociale model is een benadering binnen de geneeskunde en psychologie die erkent dat gezondheid en ziekte niet alleen worden bepaald door biologische factoren, maar ook door psychologische en sociale factoren. Deze benadering is ontwikkeld als alternatief voor het traditionele biomedische model, dat zich beperkt tot de lichamelijke aspecten van gezondheid en ziekte. Wil de biopsychosociale benadering dan zeggen dat de ervaren lichamelijke klachten en beperkingen tussen de oren zitten of dat mensen zich iets inbeelden? Nee, totaal niet. Maar door ook psychische, sociale en gedragsmatige factoren erbij te betrekken, neem je patiënten serieus. Zij zijn het meest geholpen met een aanpak op maat.
Hieronder bespreken we de toepassing van het biopsychosociale model na het doormaken van een hartinfarct.
Biologische component
De biologische component van het biopsychosociale model verwijst naar de fysieke aspecten van de ervaren klachten en beperkingen. Dit omvat genetische factoren, fysiologie, weefselschade, neurologische processen, etcetera.
Een hartinfarct kan in meer of mindere mate fysieke gevolgen hebben. Zo kan een infarct leiden tot schade aan de hartspier en hartfalen, met als gevolg vermoeidheid, sterke behoefte aan rust, afgenomen conditie, inspanningsintolerantie, enzovoort. Het is belangrijk dat de patiënt begeleiding krijgt om het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven te verbeteren.
Psychologische component
De psychologische component richt zich op de invloed van mentale processen en emoties op gezondheid en ziekte. Dit omvat psychologische factoren zoals stress, copingmechanismen, gedrag, attitudes, percepties en emotionele reacties.
De psychologische kenmerken na een hartinfarct zijn ook zeer divers. Enkele voorbeelden zijn depressie en PTSS. Ongeveer bij 20 procent ontwikkelt zich een depressie na een hartinfarct. Vermoeidheid en inactiviteit zijn daarbij kenmerkende symptomen, die vaak worden toegeschreven aan hartfalen. Wanneer de depressie niet wordt onderkend en behandeld, maakt dat de prognose slechter.
PTSS uitgelokt door de ‘doodsangst’ bij het hartinfarct gaat gepaard met verhoogde niveaus van stresshormonen, wat weer kan leiden tot een verzwakt immuunsysteem en een groter risico op hoge bloeddruk. Screening op en de behandeling van deze psychische problemen in de begeleiding is cruciaal, om niet alleen de psychische maar ook de fysieke gevolgen in te dammen.
Sociale component
Bij de sociale component van het model kijken we naar de invloed van sociale en omgevingsfactoren op gezondheid en ziekte. Dit omvat onder andere sociaal-economische status, culturele achtergrond, relaties binnen de familie, ondersteuningssystemen, werk- en woonomstandigheden en toegang tot gezondheidszorg.
Fysieke en cognitieve beperkingen na een hartinfect kunnen leiden tot sociale isolatie en verlies aan inkomen. Werkhervatting verloopt regelmatig problematisch, wat ook gevolgen kan hebben voor de rolvervulling in de thuissituatie. Uit angst stoppen patiënten vaak met sporten in clubverband, waardoor de sociale contacten verminderen. Dit kan gevoelens van eenzaamheid en somberheid versterken, wat weer kan leiden tot een recidivering van hartproblemen. Begeleiding kan zich dan richten op ondersteuning in (zoveel mogelijk) normalisatie van de rolvervulling in alle leefdomeinen. Normalisatie van functioneren, draagt dan bij aan het verminderen van klachten.
Het biopsychosociale model wordt gebruikt bij allerlei aandoeningen en ziektebeelden; bijvoorbeeld ook na behandeling van kanker, na een CVA, na een Covid-infectie en bij de gevolgen van een ongeval. Het is belangrijk om de patiënt serieus te nemen en niet alleen naar lichamelijke aspecten te kijken, maar ook naar hoe iemand zich voelt en wat er in zijn leven gebeurt. Deze aanpak heeft geleid tot een beter begrip van de vele factoren die van invloed zijn op de gezondheid. Daardoor zijn behandelingen en preventie beter afgestemd op het individu. Pure winst dus.
Lees ook onze gerelateerde artikelen
Depressie? Blijf gedeeltelijk werken!
Tinnitus: positief te beïnvloeden
Vorig artikel
Volgende artikel