Wist u dat uw browser verouderd is?

Om de best mogelijke gebruikerservaring van onze website te krijgen raden wij u aan om uw browser te upgraden naar een nieuwere versie of een andere browser. Klik op de upgrade button om naar de download pagina te gaan.

Upgrade hier uw browser
Ga verder op eigen risico

Postcommotioneel syndroom (PCS) na hersenschudding zet je op het verkeerde been

drs. Jan D. Verhoeven 2-3 minuten lezen

Wanneer na een hersenschudding klachten langer dan drie maanden aanhouden, spreekt men van een postcommotioneel syndroom (PCS). Ondanks dat de meeste mensen snel herstellen na een hersenschudding, wordt de laatste jaren de diagnose PCS steeds vaker gesteld. Met het uitspreken van deze diagnose door de specialist voelt de patiënt zich erkend. Maar is hij daar ook mee geholpen? De oproep wordt steeds sterker om uiterst terughoudend te zijn om deze diagnose te stellen. Het etiket PCS kan namelijk niet alleen de patiënt, maar ook behandelaren op het verkeerde been zetten. Hiervoor zijn sterke argumenten.

1. Mensen zonder een hersenletsel rapporteren ook vaak PCS-symptomen

De diagnose PCS wordt gesteld wanneer subjectieve ziektematen zoals hoofdpijn, duizeligheid, overgevoeligheid voor geluid, vermoeidheid, enzovoort langer dan drie maanden na het hoofdtrauma aanhouden. In een recent onderzoek is nagegaan of en in welke mate deze problemen ook worden gerapporteerd in een ‘gezonde’ populatie. Een representatieve steekproef onder volwassenen in Nederland, Italië en Groot-Brittannië laat zien dat op basis van de ruime criteria (dus een beperkter aantal symptomen) bij 45% van de ondervraagden het etiket PCS van toepassing is. Wanneer strengere criteria worden gehanteerd, heeft nog steeds 17,5% van deze ‘gezonde’ populatie het beeld dat past bij een PCS. Dit percentage komt overeen met het aandeel patiënten dat na een licht hersenletsel niet herstelt.

2. De diagnose PCS is regelmatig gebaseerd op onjuiste informatie

De diagnose PCS wordt op zijn vroegst drie maanden na het hoofdtrauma gesteld. Daarbij wordt een vergelijking gemaakt met de gezondheidstoestand voor de hersenschudding. Juist de patiënt waarbij de problemen langer aanhouden, ziet het verleden te rooskleurig in. Hoe meer tijd verstrijkt na het hoofdtrauma, des te sterker zijn overtuiging dat alle problemen het gevolg zijn van de klap. De neuroloog, psychiater en neuropsycholoog die de diagnose PCS stellen, worden door deze "good-old-days" bias op het verkeerde been gezet. Dat een deel van de klachten er voor het ongeval ook al waren, wordt ‘over het hoofd gezien’. Door in een vroege fase de al langer bestaande klachten in de beoordeling te betrekken, zal de diagnose PCS veel minder vaak worden gesteld.

3. PTSS-klachten bepalen diagnose PCS

Het bewijs dat PCS-klachten specifiek gerelateerd zijn aan een hoofdtrauma is zwak. Deze klachten worden niet alleen regelmatig in een ‘gezonde’ populatie gerapporteerd. Met nog grotere regelmaat melden ook personen die een ongeval hebben gehad zónder hoofdtrauma deze klachten. Lagarde e.a. hebben vastgesteld dat PTSS-klachten daarbij het verschil maken. Zij stellen dat PTSS-klachten er sterk aan bijdragen dat de diagnose PCS wordt gesteld. Helaas wordt een PCS gewoonlijk neurobiologisch verklaard, zonder onderzoek naar de psychogene factoren.

Pas op met het stellen van de diagnose PCS

Uit onderzoek blijkt dat niet de ernst van het hoofdtrauma en de symptomen in de acute fase bepalen of problemen na een hersenschudding aanhouden. Het meest bepalend zijn de reactie van de patiënt op de symptomen die hij ervaart en zijn twijfel over de kans op herstel. De diagnose PCS heeft negatieve consequenties voor herstelgedrag, adviezen van direct naasten, behandeling en zeker ook voor letselschadeprocedures. Onderzoekers pleiten ervoor uiterst terughoudend te zijn om deze diagnose te stellen.

Tips voor de praktijk

  1. Informeer zo snel mogelijk na het hoofdtrauma naar al langer bestaande klachten.
  2. Wees je ervan bewust dat eenzelfde deel van de volwassenen zonder hoofdtrauma ook deze klachten rapporteert.
  3. Doe onderzoek naar psychogene factoren, zoals PTSS-klachten, vóór het stellen van de diagnose PCS.
Auteur
drs. Jan D. Verhoeven

Lees ook onze gerelateerde artikelen

Artikel

Ruiken en concentreren na COVID-19, ook dat kun je trainen!

november 2020 3-4 minuten lezen
drs. Jan D. Verhoeven
Lees meer
Artikel

Voorkom die migraineaanval!

juni 2016 1-2 minuten lezen
drs. Jan D. Verhoeven
Lees meer
Artikel

9 zaken die iedereen moet weten bij het begeleiden van cliënten met whiplash en traumatisch hersenletsel

maart 2016 2 minuten lezen
drs. Jan D. Verhoeven
Lees meer

Bronnen

Voormolen DC, Cnossen MC, Polinder S, Gravesteijn BY, Von Steinbuechel N, Real RGL, Haagsma JA. Prevalence of post-concussion-like symptoms in the general population in Italy, The Netherlands and the United Kingdom. Brain Inj. 2019;33(8):1078-1086.

Brooks BL, Kadoura B, Turley B, Crawford S, Mikrogianakis A, Barlow KM. Perception of recovery after pediatric mild traumatic brain injury is influenced by the "good old days" bias: tangible implications for clinical practice and outcomes research. Arch Clin Neuropsychol. 2014 Mar;29(2):186-93.

Lagarde E, Salmi LR, Holm LW, Contrand B, Masson F, Ribéreau-Gayon R, Laborey M, Cassidy JD. Association of symptoms following mild traumatic brain injury with posttraumatic stress disorder vs. postconcussion syndrome. JAMA Psychiatry. 2014 Sep;71(9):1032-40.

Sullivan KA, Edmed SL, Kempe C. The effect of injury diagnosis on illness perceptions and expected postconcussion syndrome and posttraumatic stress disorder symptoms. J Head Trauma Rehabil. 2014 Jan-Feb;29(1):54-64.

Coronavirus, Covid-19: hoe pak je de langetermijngevolgen van deze cytokinestorm aan?

Een gecombineerde aanpak zorgt ervoor dat je na het doormaken van deze infectie weer op je oude niveau kunt functioneren.